Beter leren bewegen

Beter leren bewegen

Leren bewegen is een kernonderdeel van motorische ontwikkeling en lichamelijke opvoeding. Maar hoe leren mensen nu het beste bewegen?

In de literatuur worden grofweg twee belangrijke visies onderscheiden: de benadering van het motorisch programma en die van interactie met de omgeving. Beide visies vormen de basis voor verschillende leermethoden, die elk hun eigen voordelen en toepassingen hebben.

Motorisch programma: interne blauwdruk

Deze benadering gaat ervan uit dat er in ons lichaam en brein een soort interne blauwdruk bestaat voor motorische vaardigheden. Zo’n blauwdruk kan worden opgeslagen en steeds worden opgeroepen. Bij het aanleren van nieuwe vaardigheden (motorische skills) staan vaak expliciete (talige) leermethoden centraal:

  1. Directe aanwijzingen
    De docent legt stap voor stap uit hoe een vaardigheid (motorische skill) wordt uitgevoerd.
  2. Feedback
    Bijvoorbeeld via videoanalyse, zodat leerlingen hun bewegingen kunnen bijstellen.
  3. Herhaling
    Correcte uitvoeringen worden vaak herhaald totdat ze geautomatiseerd raken.

 

Voorbeeld 1: Een lay-up in basketbal wordt opgedeeld in heldere stappen: dribbelen, springen en schieten. Door regelmatig te herhalen, internaliseren leerlingen de techniek.
Voorbeeld 2: Bij turnen leren leerlingen een handstand door stapsgewijze begeleiding, zoals ondersteuning bij het opgooien van de benen en het vasthouden van de balans. Na voldoende oefening kunnen ze de beweging zelfstandig uitvoeren.

Interactie met de omgeving: adaptief proces

 Volgens deze tweede visie is leren bewegen een dynamisch proces, waarin de omgeving en de aanpassingen erin een belangrijke rol spelen. De nadruk ligt op:

  1. Externe focus
    Denk aan het richten van de aandacht op de uitkomst: het mikken op een doel of het raken van een stip.
  2. Variatie in situaties
    Aanpassen van startposities, spelregels of materialen om de leerling te leren omgaan met verschillende omstandigheden.
  3. Zelfontdekking
    Leerlingen worden uitgedaagd om zelf oplossingen te vinden voor beweeguitdagingen.

 

Voorbeeld 1: Een leerling laat een bal door een hoepel rollen. Door de positie van de bal en de hoepel telkens te veranderen, ontdekt de leerling hoe kracht en richting de uitkomst beïnvloeden.
Voorbeeld 2: Bij hockey leren leerlingen in een 3-tegen-3-spel steeds opnieuw anticiperen, omdat het spel en het aantal spelers voortdurend wisselen. Zo ontwikkelen ze flexibelere strategieën.

Kiezen tussen expliciet en impliciet

Nu we de verschillen tussen beide benaderingen hebben verkend, rijst de vraag: is de ene aanpak beter dan de andere? Het korte antwoord: Dit hangt af van de situatie:

  • Expliciete methoden zijn nuttig voor beginners die een beweging of basistechniek voor het eerst aanleren.
  • Impliciete methoden zijn waardevol voor gevorderden en situaties waarin creativiteit, flexibiliteit en adaptatie belangrijk zijn.

 

Een combinatie van beide, afgestemd op de behoeften van de leerling en de specifieke context, leidt vaak tot een rijker en effectiever leerproces. De wetenschap heeft hier echter nog onvoldoende antwoord op. Vaak kunnen een coach of trainer beter inschatten welke benadering werkt, omdat het niet alleen afhangt van het doel (op de korte of langere termijn), maar ook van het niveau van de beweger. Ook motivatie speelt hierbij een niet te onderschatten rol.

Doen wat werkt – in de praktijk

In de praktijk geldt dat er geen vast recept is: ‘Gebruik deze manier van instrueren en het komt goed’ is te kort door de bocht. Bewegingsonderwijs is complex en vereist maatwerk. Wat in de ene situatie werkt, hoeft in een andere niet het beste te zijn. Het motto ‘niets zo praktisch als een goede theorie en niets zo theoretisch als een goede praktijk’ blijft leidend.

Hieronder volgen enkele praktische tips om direct toe te passen in bijvoorbeeld de gymzaal of op het sportveld.

Praktische tips voor het onderwijs in bewegen

  1. Observationeel leren
    Een van de oudste en meest effectieve leervormen. Laat leerlingen kijken naar anderen die de beweging goed beheersen.
  2. Terughoudendheid met verbale instructie
    Maak niet alleen gebruik van gesproken aanwijzingen, maar zet ‘landschappelijke accenten’ in. Deze accenten zijn aanpassingen in de (leer)omgeving – zoals het plaatsen van kegels, hoepels of touwen – die het beweeggedrag sturen of uitnodigen.
  3. Maak gebruik van de kracht van context
    Creëer arrangementen die leerlingen uitdagen om de juiste beweging uit te voeren. Het kan gaan om het aanpassen van de opstelling, de spelregels of de beschikbare materialen.
  4. Stimuleer impliciet leren
    Expliciete vormen zijn niet uitgesloten, maar impliciet leren – waarbij leerlingen al doende ontdekken hoe het moet – versterkt vaak het zelflerend vermogen.
  5. Focus op het gewenste resultaat
    Richt de aandacht op het effect van de beweging: wat moet de bal, het lichaam of het voorwerp doen?
  6. Laat ruimte voor intrinsieke feedback
    Geef leerlingen gelegenheid om zelf te ervaren wat werkt, zonder het proces te verstoren met te veel externe sturing.
  7. Bied vaardigheden als geheel aan
    Een metafoor of simpele ‘aantrekker’ kan helpen om de beweging beter te begrijpen en uit te voeren.
  8. Zorg voor variatie én herhaling
    Variatie bevordert flexibiliteit, terwijl herhaling stabiliteit in de uitvoering geeft. Deze combinatie is essentieel voor een goed leerresultaat.

De onzichtbare held – de verfilming

Zoals Kahneman (2011) in Thinking, Fast and Slow stelt, zou expliciet leren – het deel dat zichzelf graag als ‘de held’ ziet – in een verfilming van het leerproces slechts een bijrol spelen. De echte hoofdpersoon is het impliciete leerproces: het onbewuste, automatische systeem dat grotendeels buiten ons gezichtsveld werkt. Dit benadrukt het belang van een rijke, uitdagende beweegsituatie waarin leerlingen kunnen ontdekken en leren zonder voortdurend expliciete sturing.

Motorische competentie: werk in uitvoering

Motorisch competente kinderen kunnen een breed scala aan vaardigheden effectief en doelgericht inzetten. Toch is motorische competentie geen eindpunt, maar een continu proces dat wordt beïnvloed door:

  • Aanleg
    De genetische basis en fysieke kenmerken van het kind.
  • Bewegingskansen
    De mate waarin kinderen de mogelijkheid krijgen om te oefenen in verschillende situaties.
  • Ervaringen van succes en falen
    Succes vergroot motivatie en zelfvertrouwen, maar ook ‘falen’ kan waardevolle leermomenten opleveren.

 

Het uitbreiden van het beweegrepertoire vraagt daarom om een omgeving die rekening houdt met individuele verschillen en die uitdaagt zonder te overvragen.

Samenvattende afsluiting

In het onderwijs in bewegen is er geen universele methode die altijd en overal werkt. De kracht schuilt in het flexibel combineren van zowel expliciete als impliciete leermethoden, afgestemd op de situatie en de leerling.

Door een rijke leeromgeving te creëren – met variatie, intrinsieke motivatie en ruimte voor ontdekken – stimuleren we de motorische groei én het zelflerend vermogen. Met een doordachte balans tussen theorie en praktijk kunnen professionals in sport en onderwijs elke leerling uitdagen, ondersteunen en motiveren. Zo kan iedereen stap voor stap beter leren bewegen, vandaag én in de toekomst.

Ontvang de Kennislink ‘Onderwijs in Bewegen’ direct in je mailbox.

Sluit je aan bij de club en ontvang elke eerste maandag van de maand de Kennislink. Deze nieuwsbrief zit boordevol inzichten, praktische tips en inspiratie, speciaal samengesteld voor professionals in de sport- en beweegsector. Laat je inspireren, ontdek de nieuwste ontwikkelingen en til jouw praktijk naar een hoger niveau.

Wij vertellen verhalen en delen kennis

Verhalen en kennis delen vormen het hart van onze missie. Onze blogs en verhalen raken belangrijke thema’s en actuele onderwerpen binnen het onderwijs in bewegen en de sport.

Ons doel?

Inspiratie bieden en kennis toegankelijk maken voor iedereen die actief is in dit veld. Sluit je aan en blijf op de hoogte!

Schrijf je nu in en til jouw vakkennis naar een hoger niveau!

Kennislink - Onderwijs in Bewegen

Na inschrijving ontvang je de meest recente Kennislink direct in je inbox.

Kennis en informatie over het onderwijs in bewegen en de sport