Ben je een pion of een origin?

Waarom keuzes en feedback het verschil maken in motivatie

Stel je voor: je geeft een opdracht.
De ene leerling sjokt mee, ogen half op de klok, bewegingen traag omdat het moet.
De ander springt erin, probeert nieuwe dingen en straalt energie uit.

Dat verschil gaat niet alleen over motivatie, maar vooral over hoe iemand zijn rol beleeft: voelt hij zich pion of initiatiefnemer?

Van pion naar origin: wat DeCharms ons leert

De psycholoog Richard DeCharms ontdekte dat mensen een taak vrijwel meteen bestempelen:

  • Gekozen taak → eigenaarschap: ik doe dit omdat ik dat wil.
  • Opgelegde taak → afhankelijkheid: dit moet van iemand anders.

Daarom sprak hij over pawns (pionnen) en origins (initiatiefnemers).
In de gymzaal klinkt dat heel herkenbaar:

  • “Ik moet dit van de juf.” → pion.
  • “Ik wil kijken of het me lukt.” → origin.

Keuzevrijheid: meer dan een luxe

Hoe een leerling een taak ervaart, hangt sterk samen met de keuzes die hij krijgt:

  • Optiekeuzewat je doet (touwtje springen of basketballen?).
  • Actiekeuzehoe je iets doet (met aanloop of uit stand?).

Ik merk dat ik zelf vaak zoekende ben. Soms laat ik zoveel opties open dat drie kinderen tegelijk met vragen komen. Op andere dagen organiseer ik alles zo strak dat de levendigheid verdwijnt.

En juist die kleine keuzes zeggen vaak veel over hoe iemand leert: de voorzichtige leerling kiest voor veilig, de durfal probeert met een wilde aanloop.

Feedback: steun of sturing?

Keuzevrijheid alleen is niet genoeg. Feedback bepaalt vaak of iemand zich pion of origin voelt.

  • Informatieve feedback ondersteunt: “Probeer je armen hoger te tillen, dat geeft meer sprongkracht.”
  • Controlerende feedback voelt als oordeel: “Dat doe je verkeerd, nog een keer.”

Tijdens een tikspel wil ik soms roepen: “Je moet zigzaggen.” Strak en duidelijk, maar vaak zie je de schouders zakken.
Als ik een vraag stel – “Wat gebeurt er als je ineens van richting verandert?” – ontstaat er ruimte om zelf te denken.

Het verschil zit niet in de woorden, maar in toon en timing.

Lui? Of toch selectieve participatie

Een collega zei ooit: “Lui bestaat niet. Ik noem het liever selectieve participatie.”

En dat klopt.

  • De jongen die bij een circuit tegen de muur hangt, staat ineens vol energie als hij een spel mag uitleggen.
  • Het meisje dat alles half doet, vliegt zodra ze het team zelf mag indelen.

Motivatie is geen knop die je omzet. Het groeit of verdwijnt door de ruimte die we geven én de manier waarop wij begeleiden.

Wat kun je morgen doen?

Wil je meer origin-ervaringen mogelijk maken, probeer dit:

✅ Geef zowel optiekeuzes als actiekeuzes.
✅ Formuleer feedback als informatie, niet als controle.
✅ Let op signalen van selectieve participatie: waar doen ze wél mee?

Een spiegel voor jezelf

Soms vraag ik me af: hoeveel momenten geef ik leerlingen nou écht de kans om origin te zijn? En hoe klinkt mijn feedback terug: als uitnodiging of als oordeel?

Dat zijn de lastigste spiegels. Want uiteindelijk gaat het er niet alleen om wat iemand leert, maar vooral of hij voelt dat hij zelf richting mag geven.

Jouw beurt

Welke kleine keuze kun jij morgen al inbouwen in je les of training?
En hoe zorg jij dat jouw feedback klinkt als steun, en niet als controle?

Misschien is motivatie niet iets wat we geven, maar iets wat we mogelijk maken.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *