In hoofdstuk 4.1 van Groepsdynamiek in het Onderwijs worden verschillende praktische inzichten gedeeld die leerkrachten helpen bij het effectief sturen van groepsprocessen. Inzicht 3 richt zich op de normfase van groepsvorming en benadrukt de belangrijke rol van groepsreflectie om een evenwichtige en inclusieve groepsdynamiek te bevorderen.
Inzicht 3: De normfase en groepsreflectie
In de normfase van groepsvorming heeft de groep een zekere stabiliteit bereikt: de rollen binnen de groep zijn duidelijker en de groepsnormen zijn gevormd. Hoewel de relaties en gedragsregels stabiel lijken, blijft dominant gedrag een uitdaging. Sommige leerlingen nemen te veel ruimte in gesprekken, terwijl stillere leerlingen daardoor minder ruimte krijgen om zich te uiten. Dit kan leiden tot een gevoel van ongelijkheid en een negatieve groepssfeer.
Om dit aan te pakken, is het van belang dat de leerkracht actief blijft inspelen op de groepsdynamiek. Het doel is een omgeving te creëren waarin alle leerlingen zich betrokken voelen en hun stem kunnen laten horen. Groepsreflectie, in combinatie met coöperatieve werkvormen zoals ‘Think-Pair-Share’, is een effectieve manier om te werken aan een inclusieve sfeer. Deze methoden helpen zowel dominante als stille leerlingen inzicht te krijgen in hun gedrag en de impact hiervan op anderen.
Groepsreflectie: Bewustwording van gedrag
Groepsreflectie is een krachtige manier om dominant gedrag te reguleren en de balans in de groep te herstellen. Door regelmatig reflectiemomenten in te bouwen, leren leerlingen bewust te worden van hun gedrag. Dominante leerlingen ontdekken vaak dat ze onbedoeld anderen te weinig ruimte geven, terwijl stillere leerlingen worden aangemoedigd om meer ruimte te nemen en actiever deel te nemen aan het groepsproces.
Voorbeeld:
Na het voltooien van een groepsopdracht vraagt de leerkracht de leerlingen om te reflecteren: “Wie voelde zich overschaduwd tijdens het gesprek?” en “Hoe was de verdeling van het spreken tijdens de voorbereiding?” Deze vragen stimuleren de leerlingen om na te denken over hun rol in de groep. Stille leerlingen kunnen aangeven dat ze zich buitengesloten voelden, terwijl dominante leerlingen leren hoe hun gedrag door anderen wordt ervaren. Dit gesprek biedt een veilige ruimte waarin iedereen zijn ervaringen kan delen, zonder schuld toe te wijzen.
Het effect van deze reflectie is dat dominante leerlingen leren ruimte te geven aan hun klasgenoten, terwijl stillere leerlingen worden aangemoedigd om ruimte te nemen en actiever deel te nemen aan het groepsproces.
Coöperatieve werkvormen: ‘Think-Pair-Share’
‘Think-Pair-Share’ is een uitstekende aanvulling op groepsreflectie. Deze gestructureerde werkvorm geeft elke leerling de kans om na te denken, hun ideeën te delen met een partner, en vervolgens hun inzichten in de groep te bespreken. Door de fasen van individueel nadenken en het gesprek met een partner, wordt het risico op verbale dominantie verminderd. Hierdoor krijgen alle leerlingen gelijke kansen om hun gedachten te delen, wat zorgt voor een evenwichtige groepsinteractie.
Voorbeeld:
Tijdens een geschiedenisles vraagt de leerkracht de leerlingen om na te denken over de stelling: “Was verzet altijd de juiste keuze tijdens de bezetting?” Eerst denken de leerlingen individueel na (Think), vervolgens bespreken ze hun gedachten met een partner (Pair), en tot slot delen ze hun inzichten met de klas (Share). Deze aanpak zorgt ervoor dat dominante leerlingen niet het gesprek overheersen en stillere leerlingen worden aangemoedigd om hun stem te laten horen.
Zelfinzicht en zelfregulatie
Naast het bevorderen van sociale vaardigheden zoals luisteren en beurt nemen, draagt deze aanpak bij aan zelfregulatie. Zelfregulatie is het vermogen om je eigen gedrag te beheersen en aan te passen aan de situatie. Dominante leerlingen leren hun impulsen te beheersen en meer ruimte te geven, terwijl stillere leerlingen worden gestimuleerd om ruimte te nemen en actiever deel te nemen.
Opvolging door de leerkracht
De effectiviteit van deze interventies hangt sterk af van de opvolging door de leerkracht. Het is belangrijk om regelmatig reflectiemomenten in te plannen en de voortgang van de leerlingen te monitoren. Observaties tijdens groepsactiviteiten bieden inzicht in wie vaak het woord neemt en wie minder aan bod komt. Deze informatie kan worden gebruikt om feedback te geven en de groepsrollen aan te passen voor een meer evenwichtige dynamiek.
Individuele reflectiegesprekken met dominante leerlingen kunnen hen helpen verder inzicht te krijgen in hun gedrag en stappen te zetten richting verbetering. Dit kan worden gekoppeld aan het concept van een ‘growth mindset’, waarbij leerlingen leren dat ze hun gedrag en vaardigheden kunnen verbeteren door inspanning en reflectie.
Conclusie
De normfase van groepsvorming kent uitdagingen zoals dominant gedrag dat de groepssfeer kan beïnvloeden. Groepsreflectie en coöperatieve werkvormen zoals ‘Think-Pair-Share’ bieden leerkrachten effectieve hulpmiddelen om deze problemen aan te pakken en een evenwichtige groepsdynamiek te creëren. Door regelmatig reflectiemomenten in te bouwen en leerlingen bewust te maken van hun gedrag, kunnen sociale vaardigheden en zelfregulatie worden bevorderd. Met de juiste opvolging ontstaat een groepscultuur waarin iedereen zich gehoord voelt en actief kan bijdragen.