Kinderen met bewegingsuitdagingen die ontstaan door ADHD en ASS

Van theorie naar praktijk: MATCH als hulpmiddel

Nu, in dit laatste deel, is het tijd om de theoretische kennis en gedragsclassificatie om te zetten in praktische tools en richtlijnen voor dagelijks gebruik. MATCH staat centraal als een praktisch hulpmiddel dat professionals in staat stelt om gestructureerde ondersteuning te bieden aan kinderen met bewegingsuitdagingen. Het biedt een systematische benadering om de ontwikkeling van kinderen te ondersteunen en te bevorderen, afgestemd op hun unieke behoeften en mogelijkheden.

Door de implementatie van MATCH in de praktijk, kunnen professionals niet alleen de bewegingsontwikkeling van kinderen met ADHD en ASS verbeteren, maar ook bijdragen aan hun algehele welzijn en zelfvertrouwen. Dit hulpmiddel is een essentiële aanvulling voor iedereen die betrokken is bij de beweegontwikkeling van kinderen, en benadrukt de waarde van een doordachte, gepersonaliseerde benadering.

‘MATCH’ verrijkt de toolbox van professionals die werken met kinderen met ADHD en ASS, en biedt concrete handvatten voor het aanpakken van bewegingsuitdagingen. Dit praktische hulpmiddel vormt de brug tussen theorie en de dagelijkse praktijk, en draagt bij aan de kwaliteit van bewegingsonderwijs en -therapie. Met ‘MATCH’ zetten we een significante stap voorwaarts in de ondersteuning en ontwikkeling van kinderen met bewegingsuitdagingen.

 Van analyse tot actie: aanpak van bewegingsproblemen bij kinderen met ADHD en ASS.

Elk kind met bewegingsuitdagingen heeft unieke behoeften als het gaat om fysieke activiteiten. Het is cruciaal om deze behoeften te begrijpen, te herkennen en te erkennen om effectieve ondersteuningsstrategieën te ontwikkelen. In deze serie van drie artikelen introduceren we een gestructureerde aanpak voor het analyseren van het zichtbare beweeggedrag van deze kinderen.

We presenteren een praktische gids gebaseerd op het Constraints-Led Approach (CLA) model, ook wel aangeduid als het OPA-model. Hierin staat ‘O’ voor Omgeving, ‘P’ voor Persoon (het individu), en ‘A’ voor Activiteit (de uitgevoerde taak). 

Het is een serie van drie artikelen dat we schreven voor het LO Magazine.

In het eerste deel van dit artikel hebben we een methodische benadering uiteengezet voor het onderzoeken van het bewegingsgedrag bij kinderen met ADHD en ASS. Hierin staan drie essentiële vragen centraal: ‘Wat observeer ik?’, ‘Hoe interpreteer ik mijn observaties?’ en ‘Welke stappen ga ik vervolgens zetten?’. Het OPA-model, dat zich focust op de Omgeving, de Persoon en de Activiteit, vormt de basis van deze methodiek. Met behulp van diverse casestudies werd de noodzaak van een op maat gemaakte strategie benadrukt. 

In het tweede deel richten we ons op het concept van gedragsprofilering waarbij gedrag systematisch in kaart wordt gebracht. Na een grondige analyse en gedetailleerde casestudies hebben we belicht hoe dit profileringsproces in zijn werk gaat. Hierbij leunden we op de B-SMECS classificatie met het oogmerk om een doelmatige en toekomstgerichte benadering van bewegingsgedrag te ontwikkelen.

In het derde en laatste deel zijn de theoretische inzichten en de gebruikte gedragsclassificatie geconcretiseerd tot bruikbare tools en richtlijnen voor de dagelijkse praktijk.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *