Dit is een pagina in ontwikkeling - versie 27 april
Inleiding – Elk kind wil bewegen. Maar wat als bewegen juist lastig is?
Voor sommige kinderen is bewegen niet vanzelfsprekend. Ze struikelen vaak, hebben moeite met fietsen of veters strikken, of lijken onhandig in het spel met anderen. Deze kinderen kunnen te maken hebben met Developmental Coordination Disorder (DCD), ook wel een motorische ontwikkelingsstoornis genoemd.
In deze handleiding nemen we je stap voor stap mee in wat DCD is, hoe je het herkent, en vooral: hoe je kinderen met beweeguitdagingen op een positieve en praktische manier kunt ondersteunen. De informatie is bedoeld voor leerkrachten, ouders, kinderfysiotherapeuten en iedereen die met kinderen werkt en wil bijdragen aan meer beweegplezier en zelfvertrouwen.
Deze pagina is in ontwikkeling en groeit met jullie mee. Heb je aanvullingen of ervaringen die kunnen helpen? Deel ze gerust. Samen zorgen we voor meer begrip en betere ondersteuning voor elk kind dat nét wat meer moeite heeft met bewegen.
Waarom in de vorm van een blog?
In plaats van een traditionele, statische handleiding hebben we gekozen voor een blogvorm. Dit maakt het mogelijk om de informatie laagdrempelig, persoonlijk en actueel te houden. We kunnen snel inspelen op nieuwe inzichten, praktijkervaringen toevoegen en in gesprek blijven met jullie als lezers.
Zie deze pagina dus als een groeidocument: dynamisch, in ontwikkeling, en open voor aanvullingen. Zo bouwen we samen aan een bron van kennis en inspiratie voor iedereen die met kinderen met beweeguitdagingen werkt.
Motorische competentie: de basis voor een leven lang bewegen
Motorische competentie is het vermogen om een breed scala aan motorische vaardigheden nauwkeurig, gecontroleerd en gecoördineerd uit te voeren. Deze competentie vormt de basis voor een actief en gezond leven, omdat het kinderen én volwassenen in staat stelt om met plezier deel te nemen aan vrijetijds- en sportactiviteiten. Toch ontwikkelen niet alle kinderen de motorische vaardigheden die je op basis van hun leeftijd en ervaring zou verwachten.
Developmental Coordination Disorder (DCD): kenmerken en gevolgen
Wat is DCD?
Developmental Coordination Disorder (DCD) kenmerkt zich door grote moeite bij het verwerven van motorische vaardigheden die passen bij de leeftijd van het kind. Deze stoornis is een van de meest voorkomende ontwikkelingsstoornissen bij kinderen en heeft ingrijpende gevolgen voor het dagelijks functioneren. DCD wordt vaak gemist door zorg- en onderwijsprofessionals, waardoor kinderen niet altijd de juiste begeleiding ontvangen.
Brede impact
Hoewel de diagnose zich richt op motorische problemen, kan DCD ook andere gebieden beïnvloeden, zoals:
- Schoolprestaties
- Sociale relaties
- Lichamelijke gezondheid en fitheid
- Algeheel welzijn
Impact op fysieke activiteit en fitheid
Kinderen met DCD nemen minder vaak deel aan sport en spel. Hierdoor ontstaan sneller sedentaire (inactieve) gewoonten, wat kan leiden tot:
- Een lagere fysieke fitheid, met name op het gebied van uithoudingsvermogen, spierkracht en explosieve kracht
- Een verhoogd risico op niet-overdraagbare ziektes op latere leeftijd
Het is daarom essentieel om zowel de hoeveelheid fysieke activiteit als de fitheid van kinderen met DCD te blijven monitoren en stimuleren.
Vaardigheidsoverdracht en motorisch leren
DCD wordt ook beschouwd als een motorische leerstoornis, omdat kinderen moeite hebben om nieuwe vaardigheden te verwerven en te automatiseren. Vooral complexe taken zoals gooien en vangen zijn lastig. Belangrijke aandachtspunten zijn:
- Anticipatie en actie: veel taken vereisen een goede koppeling tussen waarneming en beweging.
- Overdracht tussen verschillende contexten: kinderen met DCD vinden het vaak moeilijk om geleerde vaardigheden in een andere situatie toe te passen.
- Motorische leertheorieën: deze bieden vakleerkrachten en sportcoaches handvatten om effectieve trainingsstrategieën te ontwikkelen.
Generaliseerbaarheid
Onderzoek naar vaardigheidsoverdracht richt zich op de mechanismen die het generaliseren van motorische vaardigheden mogelijk maken. Hierbij spelen factoren als oefenvariatie, taakcomplexiteit en het type motorische vaardigheid een belangrijke rol. Kennis over balans, coördinatie en timing is van groot belang om effectieve interventies te kunnen ontwerpen.

Taakgerichte training als veelbelovende aanpak
Taakgerichte training richt zich op het verbeteren van specifieke motorische vaardigheden (motorische skills) / beweegvaardigheden door de taak zo aan te passen dat kinderen optimaal kunnen oefenen. Deze aanpak:
- Bevordert vaardigheidsoverdracht doordat de training direct is gekoppeld aan realistische situaties.
- Heeft zich effectief bewezen bij kinderen met DCD en wordt aanbevolen om motorische beperkingen en problemen bij dagelijkse activiteiten te verminderen.
- Sluit aan bij de ecologische systeemtheorie, waarin de wisselwerking tussen de individuele kenmerken van het kind, de taak en de omgeving centraal staat.
Groepsgerichte training
Traditioneel wordt taakgerichte training individueel of in kleine groepjes aangeboden door bijvoorbeeld een fysiotherapeut. Dat is niet altijd de meest motiverende setting. Daarom wordt er geëxperimenteerd met een groepsgerichte aanpak waarbij een vakleerkracht lichamelijke opvoeding en een speciale leerkracht samen met de kinderen op school trainen. Belangrijke elementen zijn:
- Veel oefening in een plezierige, sociale omgeving.
- Positieve beleving en succeservaringen binnen een groep leeftijdsgenoten.
Zelfbeeld bij kinderen met DCD
Het zal niet verrassen dat leerlingen met DCD, door de kenmerken van hun aandoening, moeite hebben met veel schooltaken.
Activiteiten zoals knutselen, schrijven en gymnastiek leveren vaak problemen op.
Bedenk daarbij dat 30 tot 60 procent van de schooltaken een beroep doet op motorische vaardigheden. Wat voor andere kinderen vanzelfsprekend en moeiteloos verloopt, vraagt van leerlingen met DCD vaak (mentale) inspanning en extra energie.
Ook algemene dagelijkse handelingen, zoals aan- en uitkleden, eten met bestek, buitenspelen en sporten, kosten hen veel moeite. Dit alles heeft vaak een negatief effect op het zelfbeeld van het kind.
Kinderen met DCD kunnen uit frustratie boos reageren wanneer het hen niet lukt om activiteiten goed uit te voeren, zoals hun leeftijdsgenoten dat doen. De inspanning die eenvoudige activiteiten kosten, zorgt ervoor dat hun emotionele draagkracht sneller uitgeput raakt – waardoor de drempel voor een emotionele uitbarsting lager wordt.
Vaak zie je dat deze kinderen beweeg- en spelactiviteiten vermijden. Ze haken af.
Soms vertonen ze clownesk gedrag: een manier om onhandigheid te verbloemen als het wéér niet lukt om bijvoorbeeld een bal in het doel te schoppen, een beker drinken omgaat of een pennenbakje van de tafel valt.
Daarnaast stellen kinderen met DCD regelmatig onrealistische doelen op motorisch vlak. Men vermoedt dat ze dit doen om hun zelfbeeld te beschermen.
'Ja, maar dit kan iedereen!' - een voorbeeld
Over doelen stellen en motivatie bij kinderen met DCD
Kinderen als Jos en Bob willen graag meedoen met hun leeftijdsgenoten. Jos wil beter leren voetballen, Bob droomt ervan te skateboarden in een halfpipe. Maar als je hen vraagt welke doelen ze willen bereiken, stellen ze doelen die óf zo hoog zijn dat ze vrijwel onhaalbaar zijn, óf zo laag dat succes vanzelfsprekend lijkt.
Bij kinderen als Jos en Bob is het lastig om complimenten effectief in te zetten. Ze zijn vaak niet geneigd kleine stapjes te waarderen of hun leerproces stap voor stap op te bouwen.
Een voorstel om bijvoorbeeld eerst op het skateboard te gaan zitten om te wennen, wuift Bob resoluut weg.
Bij zulke hoge doelen is de kans op mislukking groot. En lukt het wél? Dan reageren ze vaak: “Ach, dit is zo makkelijk, dit kan iedereen!”
De manier waarop zij succes of falen verklaren (de attributiestijl) bemoeilijkt het oefenen:
Externe attributie: Als iets lukt, schrijven ze dat toe aan geluk of toeval.
Interne attributie: Als iets mislukt, zien ze dat als bevestiging dat ze het niet kunnen.
Behaalde doelen ervaren ze zelden als het resultaat van hun eigen inzet of groei.
Hierdoor blijft hun motivatie laag en groeit hun zelfvertrouwen nauwelijks.

DCD en B-SMECS
Dit is het thema waar we op dit moment aan werken.
Zodra we tevreden zijn over het resultaat, zullen we het hier met je delen. 😊
MATCH

Over de MATCH-strategie en andere aanpakken zoals de NTT-methode om met beweeguitdagingen om te gaan hebben we de laatste periode enkele artikelen op LinkedIn geplaatst.
Voor nu verwijzen we graag naar deze artikelen.
De linken met de titel van de post zijn hier opgenomen.
- 𝗚𝗮𝗺𝗲, 𝗦𝗲𝘁 & 𝗠𝗔𝗧𝗖𝗛: 𝗣𝗿𝗮𝗸𝘁𝗶𝘀𝗰𝗵𝗲 𝗵𝗮𝗻𝗱𝘃𝗮𝘁𝘁𝗲𝗻 𝘃𝗼𝗼𝗿 𝗵𝗲𝘁 𝗯𝗲𝗴𝗲𝗹𝗲𝗶𝗱𝗲𝗻 𝘃𝗮𝗻 𝗸𝗶𝗻𝗱𝗲𝗿𝗲𝗻 𝗺𝗲𝘁 𝗗𝗖𝗗
- 𝗪𝗮𝘁 𝗮𝗹𝘀 𝗲𝗲𝗻 𝗸𝗶𝗻𝗱 𝗺𝗲𝘁 𝗗𝗖𝗗 𝗲𝗶𝗴𝗲𝗻𝗹𝗶𝗷𝗸 𝗼𝗼𝗸 𝘃𝗶𝘀𝘂𝗲𝗹𝗲 𝗽𝗿𝗼𝗯𝗹𝗲𝗺𝗲𝗻 𝗵𝗲𝗲𝗳𝘁?
- 𝗞𝗶𝗻𝗱𝗲𝗿𝗲𝗻 𝗺𝗲𝘁 𝗗𝗖𝗗 𝗯𝗲𝘄𝗲𝗴𝗲𝗻 𝗮𝗻𝗱𝗲𝗿𝘀 – 𝗺𝗮𝗮𝗿 𝘇𝗲𝗸𝗲𝗿 𝗻𝗶𝗲𝘁 𝗺𝗶𝗻𝗱𝗲𝗿 𝘄𝗮𝗮𝗿𝗱𝗲𝘃𝗼𝗹
- 𝗞𝗶𝗻𝗱𝗲𝗿𝗲𝗻 𝗺𝗲𝘁 𝗗𝗖𝗗 𝗶𝗻 𝗯𝗲𝘄𝗲𝗲𝗴𝘀𝗶𝘁𝘂𝗮𝘁𝗶𝗲𝘀: 𝘄𝗮𝗮𝗿𝗼𝗺 𝗮𝗮𝗻𝗱𝗮𝗰𝗵𝘁 é𝗰𝗵𝘁 𝘃𝗲𝗿𝘀𝗰𝗵𝗶𝗹 𝗺𝗮𝗮𝗸𝘁!
- 𝗟𝗮𝗮𝘁 𝗸𝗶𝗻𝗱𝗲𝗿𝗲𝗻 𝗻𝗶𝗲𝘁 𝘄𝗮𝗰𝗵𝘁𝗲𝗻 𝗼𝗽 𝘀𝘂𝗰𝗰𝗲𝘀—𝗵𝗲𝗹𝗽 𝘇𝗲 𝗵𝗲𝘁 𝘁𝗲 𝗯𝗼𝘂𝘄𝗲𝗻.
- 𝗪𝗶𝘀𝘁 𝗷𝗲 𝗱𝗮𝘁 𝗶𝗻 𝘃𝗿𝗶𝗷𝘄𝗲𝗹 𝗲𝗹𝗸𝗲 𝗴𝗿𝗼𝗲𝗽 𝗴𝗲𝗺𝗶𝗱𝗱𝗲𝗹𝗱 éé𝗻 𝗸𝗶𝗻𝗱 𝘇𝗶𝘁 𝗺𝗲𝘁 𝗗𝗖𝗗 (𝗗𝗲𝘃𝗲𝗹𝗼𝗽𝗺𝗲𝗻𝘁𝗮𝗹 𝗖𝗼𝗼𝗿𝗱𝗶𝗻𝗮𝘁𝗶𝗼𝗻 𝗗𝗶𝘀𝗼𝗿𝗱𝗲𝗿)?
- 𝗠𝗲𝗲𝗿 𝗱𝗮𝗻 𝗺𝗼𝘁𝗼𝗿𝗶𝘀𝗰𝗵 𝗹𝗲𝗿𝗲𝗻: 𝗛𝗲𝘁 𝗽𝘀𝘆𝗰𝗵𝗼𝗹𝗼𝗴𝗶𝘀𝗰𝗵𝗲 𝗮𝘀𝗽𝗲𝗰𝘁 𝘃𝗮𝗻 𝗗𝗖𝗗 𝗲𝗻 𝗡𝗧𝗧
- 𝗗𝗖𝗗: 𝗠𝗲𝗲𝗿 𝗱𝗮𝗻 𝗮𝗹𝗹𝗲𝗲𝗻 𝗲𝗲𝗻 𝗺𝗼𝘁𝗼𝗿𝗶𝘀𝗰𝗵 𝗽𝗿𝗼𝗯𝗹𝗲𝗲𝗺
- 𝗗𝗖𝗗 𝗶𝗻 𝗯𝗲𝘄𝗲𝗴𝗶𝗻𝗴𝘀𝗼𝗻𝗱𝗲𝗿𝘄𝗶𝗷𝘀: 𝗪𝗮𝘁 𝗸𝘂𝗻 𝗷𝗶𝗷 𝗱𝗼𝗲𝗻?
- 𝗕𝗲𝘄𝗲𝗲𝗴𝘂𝗶𝘁𝗱𝗮𝗴𝗶𝗻𝗴𝗲𝗻 𝗲𝗻 𝗺𝗼𝘁𝗼𝗿𝗶𝘀𝗰𝗵 𝗹𝗲𝗿𝗲𝗻: 𝗛𝗼𝗲 𝗵𝗲𝗹𝗽𝘁 𝗡𝗧𝗧 𝗯𝗶𝗷 𝗗𝗖𝗗?
- 𝗕𝗲𝘄𝘂𝘀𝘁𝘄𝗼𝗿𝗱𝗶𝗻𝗴 𝗲𝗻 𝗵𝗲𝗿𝗸𝗲𝗻𝗻𝗶𝗻𝗴 𝘃𝗮𝗻 𝗗𝗖𝗗
- 𝗡𝗲𝘂𝗿𝗼𝗺𝗼𝘁𝗼𝗿 𝗧𝗮𝘀𝗸 𝗧𝗿𝗮𝗶𝗻𝗶𝗻𝗴 (𝗡𝗧𝗧): 𝗘𝗳𝗳𝗲𝗰𝘁𝗶𝗲𝘃𝗲 𝗼𝗻𝗱𝗲𝗿𝘀𝘁𝗲𝘂𝗻𝗶𝗻𝗴 𝗯𝗶𝗷 𝗺𝗼𝘁𝗼𝗿𝗶𝘀𝗰𝗵𝗲 𝘂𝗶𝘁𝗱𝗮𝗴𝗶𝗻𝗴𝗲𝗻
- 𝗪𝗮𝘁 𝗱𝗼𝗲 𝗷𝗲 𝗺𝗲𝘁 𝗗𝗖𝗗?
WORDT VERVOLGD
De komende periode zullen we deze pagina verder aanvullen.
Voor nu verwijzen we je graag naar het boek Onderwijs in Bewegen op de Basisschool voor meer informatie.
Alvast meer lezen over NTT?
Hier kun je het basisverhaal eenvoudig als E-book downloaden.
Bronnenlijst - enkele suggesties
We hebben enkele invloedrijke en/of belangrijke artikelen en boeken over DCD bij elkaar gezet.
Deze bronnenlijst (met logo) is verre van volledig, maar wel een goede start van je zoektocht naar meer informatie.