Scharreltijd – waarom niets doen soms het beste is wat je kunt doen

In de pauze even geen gedwongen activiteit – hoe waardevol is dat? Even niets móeten, gewoon zijn.
Al in 1899 stelde William James dat kinderen beter leren als ze af en toe kunnen pauzeren en hun aandacht mogen laten dwalen. Meer dan een eeuw later bevestigt de wetenschap wat we intuïtief al wisten: rustmomenten zijn essentieel voor leren, ontwikkeling en welzijn.

Toch zijn schooldagen vaak overvol gepland. We willen zoveel mogelijk leertijd benutten. Maar juist dat ‘volle’ programma blijkt niet optimaal voor het brein. Tijdens taken als lezen, rekenen of schrijven schakelen onze hersenen het zogeheten task-positive network in. Zodra die activiteit stopt, komt het default mode network (DMN) op gang – een systeem dat betrokken is bij reflectie, herinnering, zelfinzicht en probleemoplossing.

Het effect van ‘scharreltijd’

Een veelbesproken studie van Mooneyham & Schooler (2013) liet zien dat kinderen het best leerden na een pauze met lage intensiteit. In het onderzoek speelden drie groepen basisschoolkinderen na een les buiten. Eén groep deed een intensief spel met begeleiding, de tweede groep speelde vrij maar matig actief, en de derde groep scharrelde wat rond – ze slenterden, zaten, keken. De laatste groep bleek het geleerde het best te onthouden.

Nederlandse onderzoeken sluiten hierbij aan. Zo toont het NRO-project ‘Pauze in de schooldag’ (2022) aan dat leerlingen na een korte onderbreking beter presteren op begrijpend lezen en werkgeheugentaken. Volgens het Kenniscentrum Sport & Bewegen (2023) verbeteren pauzes het concentratievermogen, zeker wanneer kinderen zélf de invulling van die tijd bepalen.

Wat doet het brein in rust?

Tijdens wandelen, dagdromen of schommelen ordent het brein recente informatie. Het default mode network:

  • integreert nieuwe kennis;
  • legt verbanden tussen ervaringen;
  • bevordert langetermijnopslag;
  • stimuleert creatief en toekomstgericht denken.

 

Onderzoek van Baird et al. (2012) en Craig et al. (2013) laat zien dat pauzes met weinig prikkels – zoals vrij buitenspel, wandelen of tekenen – een positieve invloed hebben op leren. Korte onderbrekingen verbeteren het werkgeheugen en verhogen de verwerkingsdiepte. Kinderen die na een leeractiviteit 10 minuten niets hoeven, scoren beter op geheugentests.

Niet elke pauze is gelijk

De effectiviteit van een pauze hangt sterk af van hoe die pauze wordt ingevuld. Spelcomputers of drukke indooractiviteiten bieden minder herstel voor het brein. Lichte fysieke of sociale bezigheden zoals tekenen, scharrelen of praten blijken het meest heilzaam – vooral bij kinderen zonder aandachtsproblemen. Bij kinderen met ADHD is juist fysieke activiteit wél effectief voor herstel (Mieras, 2018; NijCJeugd, 2021).

Praktisch toepassen in de klas

  • Laat kinderen na intensieve taken even ‘niksen’: laat ze wandelen, schommelen, kleien of gewoon kletsen.
  • Bouw bewust overgangsmomenten in de dag: laat kinderen even ‘uitzoomen’ voor je met iets nieuws begint.
  • Zie een kind dat slentert niet als ‘niet betrokken’, maar als iemand wiens brein hard aan het werk is.

Tot slot

Scharreltijd is geen luxe, maar een cognitieve noodzaak.
Door rustmomenten in te bouwen — waarin kinderen even níet moeten — geef je hun hersenen de ruimte om te verwerken, te verbinden en te verdiepen. En dat is precies wat leren duurzaam maakt.

 

Welke ‘scharrelruimte’ bied jij jouw leerlingen deze week?

Deze tekst is een bewerking van een passage uit het boek Onderwijs in Bewegen op de Basisschool.

Bronnen

  • Mooneyham & Schooler (2013). The costs and benefits of mind-wandering. Perspectives on Psychological Science.
  • Baird et al. (2012). Inspired by distraction: Mind wandering facilitates creative incubation. Psychological Science.
  • Craig et al. (2013). Does resting after learning improve memory consolidation? Journal of Cognitive Neuroscience.
  • Kenniscentrum Sport & Bewegen (2023). Effecten van pauzes op leerprestaties en gedrag.
  • NRO (2022). Pauzes op school: invloed op concentratie en leerprestaties.
  • Mieras, E. (2018). Ben ik dat? Over breinontwikkeling bij kinderen en jongeren. Lemniscaat.
  • Nederlands Jeugdinstituut (2021). Wat werkt bij kinderen met ADHD in de klas?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *