Een (basis)voorbeeld

Een voorbeeld van een activiteit die we regelmatig gebruiken, omdat deze veel mogelijkheden biedt voor kinderen die beter willen worden in het succesvol ontwijken van de tikker (en/of beter willen leren tikken), is het volgende spel:

Voorbeeld - ik tik jou

Groep 5 speelt het basis-tikspel met twee hindernissen en twee vrijplaatsen. Als iemand wordt getikt, moet hij een pylon omleggen. Wanneer drie pylonnen zijn omgelegd, wisselt de tikker. Faisal is momenteel de tikker en tikt heel snel kinderen; in een mum van tijd zijn drie pylonnen omgelegd. Dit is een moment om de activiteit bij te stellen, aangezien de bewegingsuitdaging wegvalt door het gebrek aan balans tussen tikken en niet getikt worden. Het is te makkelijk voor tikker Faisal, maar dit spanningsveld kan wel aanwezig zijn voor een andere tikker. De opdracht is dus om het spanningsveld voor alle kinderen, inclusief Kees als loper, in dit basis-tikspel te creëren.

Na het bijstellen (op groepsniveau) moet je bijna altijd verder differentiëren om de situatie meer op maat te maken. Dit kan bijvoorbeeld door de zwakke tikker de keuze te geven om met een tikstok te tikken, en met welke. Zo blijft het spel uitdagend en leuk voor alle deelnemers, ongeacht hun vaardigheidsniveau.

Verschillende dingen kunnen worden aangepast om het voor de tikker lastiger te maken en voor de loper(s) makkelijker.

Bijvoorbeeld:

  • Het speelveld groter maken: Dit maakt het voor de lopers makkelijker om uit de buurt van de tikker te blijven. Dit kan op twee manieren: door het veld breder en dieper te maken.
  • Regels aanpassen: De tikker mag bijvoorbeeld niet meer door bepaalde straten of gebieden.
  • Extra vrijplaatsen toevoegen: Dit geeft de lopers meer mogelijkheden om veilig te zijn.

Een bijstelling wordt meestal gedaan voor de hele groep. In elke groep zitten altijd enkele goede tikkers en goede bewegers, voor wie de aanpassing nog niet voldoende zal zijn. Ze blijven iedereen snel tikken.

Aan de andere kant zijn er kinderen die bijna niemand tikken en voor wie het soms wel een minuut of langer duurt voordat ze iemand tikken; dit zijn de minder vaardige bewegers.

Om het spel uitdagend te houden, kunnen goede tikkers en lopers ervoor kiezen om zichzelf extra beperkingen op te leggen. Bijvoorbeeld:

  • De goede tikker: Hij kan ervoor kiezen om niet meer door bepaalde straten te gaan.
  • De goede loper: Hij kan ervoor kiezen om geen gebruik meer te maken van de vrijplaatsen.

Het is nuttig om basisregels af te spreken. Zodra leerlingen vinden dat ze beter zijn geworden, kunnen ze zelf kiezen om af te zien van deze privileges. Dit kan op de volgende manieren:

  • Geen vrijplaatsen meer gebruiken: Dit maakt het voor de lopers moeilijker om te ontsnappen.
  • Niet meer door de straat lopen als tikker: Dit beperkt de bewegingsvrijheid van de tikker.

Op deze manier kunnen leerlingen zichzelf promoten tot ‘superloper’ of ‘supertikker’. Met andere woorden, de leerling kiest in het spel zijn eigen uitdaging om het spannend en uitdagend te houden.

Voorbeeld - ik kies mijn uitdaging

Een van de uitgangspunten van meester Mustafa, de leerkracht van groep 7 dit jaar, is dat iedereen moet kunnen deelnemen. Voor Mustafa betekent dit dat hij bij een spelactiviteit de speelregels altijd zó kiest dat de (start)activiteit door iedereen gespeeld kan worden. Hij stelt basisregels op die voor iedereen gelden. Iedereen heeft, zoals hij het noemt, dezelfde ‘privileges’. Zo mag elke leerling, ongeacht hun bewegingsvaardigheid, gebruikmaken van de vrijplaatsen.

Sommige kinderen zijn echter zó bewegingsvaardig dat ze als loper helemaal geen vrijplaatsen nodig hebben. Zij kunnen dan, zoals Mustafa het heeft geïntroduceerd, afzien van het privilege ‘vrijplaats gebruiken’ en zo het tikspel voor zichzelf weer spannend maken.

Nadat de spelactiviteiten een aantal keren op deze manier zijn geïntroduceerd, krijgen de leerlingen in de gaten dat ze het voor zichzelf spannend kunnen maken. Ze kiezen in een spel voor hun eigen uitdaging. 

Basisregels

Bij een tikspel kan een van de basisregels zijn dat de tikker een tikstok gebruikt. Wanneer een tikker ervoor kiest om af te zien van het gebruik van de tikstok, kan hij zichzelf promoveren tot supertikker.

Wij zijn voorstander van het spelen met basisregels die voor iedereen gelden. Als een speler een hoger beweegniveau heeft, kan hij afzien van bepaalde privileges. Met andere woorden: de leerling gaat op zoek naar zijn eigen uitdaging. Dit vinden we een beter uitgangspunt dan beginnen met speelregels die voor sommige kinderen te moeilijk zijn, waardoor er aanpassingen (vereenvoudigingen) moeten worden ingevoerd. De boodschap die je deze kinderen dan geeft is: “Dit is te moeilijk voor jou, ik ga het makkelijker voor je maken.” Een positievere benadering lijkt ons: “Dit doe je prima, zullen we samen kijken of er voor jou meer uitdaging in deze activiteit is te brengen?”

Kies een startniveau waarmee iedereen kan deelnemen en realiseer van daaruit de bewegingsuitdaging op een steeds hoger niveau.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *