Over een koning, een kleine man en Cohen - Spelen met gedrag

Over een koning, een kleine man en Cohen

Af en toe maak ik een afspraak met een coach voor een aantal gesprekken. Ik vind het prettig om te sparren, mezelf te spiegelen en op een frisse manier met afstand naar mijn aanpak en benadering te kijken. Vaak gaat het dan over wat ik doe, maar vooral ook hoe ik het aanpak. Onlangs hadden we weer zo’n gesprek, wandelend, want praten gaat mij makkelijker af als ik ‘in beweging’ ben. Aan het eind van het gesprek vroeg de coach of ik over het thema verder wilde doordenken, zodat we er de volgende keer verder op konden ingaan. Ik stemde hiermee in.

Hardlopen

Na zo’n intensief gesprek vind ik het fijn om een rondje hard te lopen. Op de een of andere manier komen er dan bepaalde gedachten, associaties en mogelijke oplossingen ‘als vanzelf’ naar boven. (Ik heb wel het idee dat ik tijdens het hardlopen uitdagingen en problemen oplos, maar als ik stop met lopen, ben ik vaak de oplossing weer kwijt. ☹ )

Ik was voorbereid en had mijn hardloopkleding al aan. Tijdens het daaropvolgende uur kwamen er veel gedachten in me op, maar de meeste was ik ook weer direct kwijt. Twee ‘beelden’ zijn blijven hangen: het verhaal van de koning en de kleine man en een fragment uit een song van Leonard Cohen.

De koning en de kleine man

In een groot en uitgestrekt land leefde ooit een kleine man. Hij had zijn hele leven lang zijn brood verdiend met allerlei kleine klusjes die op zijn pad waren gekomen. Op een dag werd hij door de koning opgeroepen voor een gesprek. Toen de kleine man voor de koning stond, boog hij diep en wachtte af wat er zou komen.

De koning sprak met een welluidende stem: “Ik ben van plan om jou tot minister te benoemen.” De kleine man vroeg: 

“Majesteit, waarvoor ben ik eigenlijk minister geworden?” 

 Door zijn zenuwen gebruikte hij niet de woorden die hij had bedacht.

“Tja”, zei de koning, “dat maakt eigenlijk niet uit. Als je maar minister bent, dat is het belangrijkste. Je werkplek is op de bovenste verdieping.” Met deze woorden was het gesprek ten einde.

De volgende dag ging de kleine man vol goede moed naar het paleis. Hij klom alle trappen op en vond tot zijn grote verbazing een deur op de bovenverdieping met zijn naam erop: “Minister kleine man”.

Hij klopte op de deur en wachtte, maar er gebeurde niets. Hij besefte al snel hoe dwaas deze situatie was en opende voorzichtig de deur om binnen te treden. Op een indrukwekkend bureau lagen hoge, ongeordende stapels papier. Het was duidelijk dat er veel werk te doen was.

Hij pakte voorzichtig het bovenste vel papier van een stapel en begon rustig te lezen wat erop stond. Helaas begreep hij er niets van. Hij probeerde een ander vel van een andere stapel te lezen, maar dat hielp niet echt. Hij begreep niet wat bij elkaar hoorde en wat zijn eigen taak was. Ten einde raad besloot hij de papieren te ordenen. Hij legde de volgeschreven vellen aan de linkerkant van het bureau en de half beschreven vellen aan de rechterkant. Er waren geen lege vellen. Het zag er netter en overzichtelijker uit, maar hij schoot er niet veel mee op.

Uitgeput van het werk en bang dat de koning die middag voor niets zou komen om naar zijn vorderingen te informeren, opende de kleine man het kleine raampje van zijn werkkamer voor wat frisse lucht.

Op dat moment kwam de koning de kamer binnen. Er ontstond even paniek toen alle papieren door de kamer dwarrelden. Al het werk voor niets! In grote haast raapte hij de vellen bij elkaar en legde ze op zijn bureau. Maar welk vel had hij ook alweer links gelegd en welke rechts? Het was een heel gedoe, want veel vellen lagen ondersteboven, waardoor hij alleen maar de witte achterkant zag.

“Witte achterkanten”, pruttelde de kleine man.

“Witte achterkanten?” Toen werd het stil. Hij zat enige tijd nadenkend naar de vellen te kijken. Plotseling begon er een klein idee in hem te groeien. “Op de achterkanten kan ik zelf wat schrijven”. Dan weet ik tenminste wat erop staat en dat ordent een stuk makkelijker,” dacht hij hardop.

Meteen zette hij de eerste zinnen op papier. Hij schrok op toen de koning plotseling vroeg: “En kleine man, zijn er vorderingen in het werk?”

Majesteit, ik denk dat ik een vermoeden heb waarover ik minister ben,” 

sprak de kleine man, terwijl hij de koning met trillende vingers zijn eerste zelfgeschreven blad overhandigde. De koning nam het aan, in zijn ogen was een kleine twinkeling gekomen. Zijn rug rechtte zich en voordat hij met veerkrachtige tred de kamer uitliep, zei hij: “Volhouden, kleine man.” Toen hij zich in de deuropening nog eens omdraaide zag hij dat de kleine man alweer neuriënd verder schreef….

Het verhaal gaat – zo zou je kunnen bedenken – over een kleine man die wordt benoemd tot minister zonder te weten waarvoor hij is benoemd. Hij komt op zijn nieuwe werkplek en ziet dat er veel werk te doen is, maar begrijpt niet wat zijn taak precies is. Hij probeert de papieren te ordenen, maar raakt verward en in paniek als de koning onverwacht binnenkomt. Uiteindelijk bedenkt de kleine man een oplossing en begint hij zelf aantekeningen te maken op de witte achterkanten van de papieren. Hij presenteert zijn werk aan de koning en deze is tevreden. Het verhaal benadrukt het belang van doorzettingsvermogen en creativiteit in het vinden van oplossingen voor problemen.

Met als resultaat...

De kleine man had nu eindelijk een doel en was vastbesloten om zijn taak als minister serieus te nemen. Hij begon de papieren te ordenen en te categoriseren op basis van de onderwerpen die erop stonden. Hij noteerde ook zijn eigen ideeën en suggesties op de witte achterkanten van de vellen papier en begon zo zijn eigen visie te ontwikkelen over hoe hij zijn nieuwe positie kon gebruiken om het land te helpen.

De koning was verrast toen hij enkele weken later de kleine man opnieuw ontmoette. Hij was verbaasd over de verandering die hij in hem had gezien. De kleine man was nu zelfverzekerd en sprak met passie over zijn werk en zijn plannen voor het land. De koning was trots op de kleine man en beloonde hem met een hogere positie in zijn kabinet.

De kleine man was nu een van de belangrijkste adviseurs van de koning en zijn werk had een directe impact op het land. Hij was geen kleine man meer, maar een man met een missie en een visie. Hij had geleerd dat, zelfs als je niet begrijpt waarom je iets doet, je altijd je best moet doen en je kansen moet grijpen om te groeien en te leren.

Het verhaal van de kleine man laat zien hoe belangrijk het is om open te staan voor nieuwe kansen en uitdagingen, zelfs als we niet precies begrijpen waarom we ze krijgen. Het laat ook zien hoe we door hard te werken en vastberadenheid te tonen, onze eigen kansen kunnen creëren en onze eigen toekomst kunnen bepalen.

Maar tegelijkertijd ook hoe belangrijk het is vertrouwen te hebben (in anderen) en een ander de kans te geven.

Het kan ook anders

Het verhaal heeft voor mij (ook nog) een andere betekenis.

Ik ben een fan van Leonard Cohen. Ik luister er vaak naar wanneer ik aan het skeeleren ben, met hardlopen heb ik toch echt andere muziek nodig 😉

Hardlopend drong zich vrijwel direct het nummer Anthem van Cohen aan me op, met daarin twee bijzondere regels: “There is a crack, a crack in eveything” en “That’s how the light gets in.”  

Ik zie en herken de kracht van systemen en hoe lastig het is (als individu) hierin verandering aan te brengen of enige invloed op uit te oefenen. Ik houd me dan altijd vast aan de twee speciale regels van Cohen. Hoe gesloten en dichtgeregeld ook, er zit altijd een crack in.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *