Zullen we toch maar meer naar buiten gaan?

Er waait een frisse wind door het onderwijs in bewegen. Terwijl technologische vooruitgang en stedelijke ontwikkeling onze kinderen steeds meer binnenshuis houden, beginnen onderwijzers en ouders de onmiskenbare voordelen van buiten spelen en leren te herontdekken. Maar waarom is het eigenlijk zo belangrijk om onze kinderen buiten te laten spelen? En wat kan deze verandering in omgeving betekenen voor hun fysieke en cognitieve ontwikkeling? In deze blog duiken we dieper in de wondere wereld van buitenonderwijs en hoe het een revolutie kan betekenen voor de manier waarop we denken over motorisch leren.

Essentiële factor

Het hardlopen door het bos, waarbij elke stap een nieuwe uitdaging kan vormen, illustreert perfect de fundamentele principes van motorisch leren. Motorische vaardigheden ontwikkelen zich niet alleen door herhaalde oefening, maar ook door het navigeren en aanpassen aan steeds veranderende omgevingen. Dit is precies waarom theorieën zoals de ‘Constraints Led Approach’ (CLA) de omgeving beschouwen als een essentiële factor in de ontwikkeling van motorische vaardigheden.

Verschillende stadia

De motorische ontwikkeling van kinderen kan in verschillende stadia worden onderverdeeld: van reflexieve bewegingen als baby, naar bewegingen gekoppeld aan omgevingsprikkels als peuter, tot het leren van meer gecompliceerde vaardigheden op oudere leeftijd. Het aanbieden van een gevarieerde omgeving gedurende deze fases is cruciaal om kinderen te helpen zich te ontwikkelen tot behendige en bewegingscompetente volwassenen.

Ongelijke velden, natuurlijk ijs en andere ruwe speelterreinen bieden kinderen de kans om hun motorische vaardigheden te verfijnen door het navigeren van onvoorspelbare situaties. Wanneer je op een ongelijk veld rent, moet je lichaam bijvoorbeeld razendsnel reageren op kleine verschillen in terreinhoogte, waardoor de proprioceptieve zintuigen en reflexen worden versterkt. Kunstgrasvelden of gestandaardiseerde gymzalen daarentegen bieden deze natuurlijke variabiliteit niet, wat de complexiteit van de motorische uitdaging kan verminderen.

Affordances

Ongelijke velden, natuurlijk ijs en andere ruwe speelterreinen bieden kinderen de kans om hun motorische vaardigheden te verfijnen door het navigeren van onvoorspelbare situaties. Wanneer je op een ongelijk veld rent, moet je lichaam bijvoorbeeld razendsnel reageren op kleine verschillen in terreinhoogte, waardoor de proprioceptieve zintuigen en reflexen worden versterkt. Kunstgrasvelden of gestandaardiseerde gymzalen daarentegen bieden deze natuurlijke variabiliteit niet, wat de complexiteit van de motorische uitdaging kan verminderen.

Bovendien, zoals aangetoond in studies rond ‘affordance theory’, heeft de omgeving directe implicaties voor hoe individuen hun bewegingen aanpassen en leren. Natuurlijke omgevingen bieden unieke kansen (affordances) voor beweging die kunstmatige omgevingen niet kunnen repliceren. Een tak op de grond biedt bijvoorbeeld een kans om te springen of bukken, terwijl een kunstgrasveld uniform en voorspelbaar is.

Wat nu als...

Wat nu als de daling in motorische vaardigheden bij kinderen deels te wijten is aan de afname van deze kansen? Wat als we kinderen beroofden van de rijke, adaptieve ervaringen die hen leren te reageren op een steeds veranderende wereld? Het is cruciaal dat we dit inzicht opnemen in beleidsvorming en educatieve praktijken.

Terugkerend naar het bos, waar elke voetstap en ademteug een herinnering is aan de complexiteit van beweging en leren, wordt het belang van een natuurlijke omgeving in de motorische ontwikkeling van kinderen kristalhelder. Het is een oproep tot actie: laten we onze kinderen de rijke, gevarieerde omgevingen geven die ze verdienen, voor hun ontwikkeling en welzijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *