Het vergeten element in de motorische ontwikkeling - Spelen met gedrag

Het vergeten element in de motorische ontwikkeling

De invloed van de natuurlijke omgeving

Ik heb het genoegen om een persoonlijke belevenis met jullie te delen die mijn perspectief als hardloper heeft veranderd. Mijn enthousiasme voor het hardlopen kreeg onlangs een nieuwe impuls. Ik verruilde mijn avondlijke runs op de vlot geplaveide wegen van mijn dorp voor de vredige en rustige ambiance van het bos.

Je vraagt je mogelijk af, waarom deze abrupte verandering? Simpel gezegd, het hardlopen ‘in het groen’ gaf me meer voldoening dan mijn inspanningen ‘in het dorp’. Maar deze switch betekende ook dat ik mijn nachtelijke loopjes moest stopzetten, aangezien het bos ‘s nachts, met zijn grillige terrein, een uitdagend landschap wordt.

Een feit waar we allemaal mee geconfronteerd worden naarmate we ouder worden, is dat ons evenwichtsgevoel enigszins afneemt. Dit was absoluut een aspect dat ik in overweging nam toen ik besloot om in het bos te gaan hardlopen. De natuurlijke oneffenheden van het bos leverden een uitstekende uitdaging om mijn lichaam voortdurend te laten aanpassen en mijn evenwicht te behouden.

Bij tijden voelt het hardlopen in het bos aan als een expeditie door onontgonnen terrein, vooral als het gras en het riet tot aan mijn heupen komen. Hardlopen verandert dan van een simpele fysieke inspanning in een gecompliceerde oefening in evenwicht en tastwaarneming. Een avontuur dat me een unieke blik op onze omgeving geeft.

Dit heeft me doen nadenken over de invloed van onze omgeving op de motorische ontwikkeling van kinderen. Volgens de ‘Constraints Led Approach’ (CLA), een benadering die ik sterk onderschrijf, speelt de omgeving een doorslaggevende rol in deze ontwikkeling. Recent hebben we echter een afname in de motorische ontwikkeling van kinderen waargenomen. Ik kan het niet laten om me af te vragen of de opkomst van technologie-rijke en kleurrijke gymzalen en de afname van hobbelige velden en natuurlijke ijsbanen hieraan hebben bijgedragen.

Wat betekent het voor de motorische vaardigheden van onze kinderen als we bultige grasvelden inruilen voor perfect vlakke kunstgrasvelden? Of als we natuurlijk ijs vervangen door kunstijs? Beperkt de gestandaardiseerde omgeving waarin ze leren en spelen hun ontwikkeling eerder dan deze te bevorderen?

Misschien moeten we hun omgeving diversifiëren en terugkeren naar het onbekende, het onvoorspelbare, het ‘ruwe’ van de natuur. Dit zijn zomaar wat overpeinzingen die me bezighouden tijdens mijn hardloopsessies in het bos.

De afgelopen dagen is er veel gediscussieerd in de media over tekorten in het onderwijs. Zelfs de Onderwijsraad stelt ingrijpende opties voor. “Er zullen moeilijke keuzes moeten worden gemaakt om ervoor te zorgen dat kinderen, ondanks het enorme tekort aan leerkrachten, onderwijs blijven krijgen”, waarschuwt de Onderwijsraad. Opties zoals minder verplichte onderwijsuren en het inzetten van ouders in de klas worden naar voren gebracht. Ook het idee om slechts vier dagen per week les te geven wordt weer ter sprake gebracht.

Na het beoordelen van diverse reacties, komen er twee verschillende aandachtspunten naar voren. Het eerste is het verlangen om leerlingen weer ‘normaal’, vijf dagen per week les te kunnen geven. Het tweede aandachtspunt is een fraai voorbeeld van ‘omdenken’, helder verwoord door Linda Akkerman in haar column in het AD van 30 juni.

Ze wijst erop dat er veel vacatures zijn, die niet per se op zoek zijn naar de ideale kandidaat. Schoolhoofden zijn al blij als er iemand komt solliciteren. Het probleem beperkt zich niet alleen tot de Randstad of bepaalde achterstandswijken, het is een nationaal probleem. De Onderwijsraad waarschuwt dat de problemen na 2030 nog erger zullen zijn. Daarom zijn moeilijke keuzes nodig en is het tijd voor een noodplan, zoals het invoeren van een vierdaagse schoolweek.

Akkerman reageerde aanvankelijk sceptisch: “Dat kan toch niet? De kinderen van nu ervaren immers al de gevolgen van de overdreven schoolsluitingen tijdens de lockdowns. Leren ze niet nog slechter lezen en schrijven als ze slechts vier in plaats van vijf dagen onderwijs krijgen?” Maar ze erkent dat er iets moet gebeuren. Zelfs als iedereen zich nu massaal aanmeldt voor de lerarenopleiding, zullen er niet meteen genoeg goede leerkrachten beschikbaar zijn.

Ze vraagt zich vervolgens af of een vierdaagse schoolweek echt zo schadelijk is. Misschien niet, als die dagen maar goed worden benut. Maar laat kinderen dan niet gewoon een extra vrije dag hebben. Laat ze andere dingen doen, onder begeleiding van mensen uit andere sectoren of vrijwilligers. Laat ze cultuur opsnuiven in het theater of een museum, of een dag in de natuur doorbrengen. Laat ze niet de hele dag in de klas zitten, maar laat ze bewegen bij een sportclub. Laat ze kortom andere vaardigheden leren en kennis opdoen die niet per se van de leerkracht hoeven te komen. “Het lerarentekort baart mij zorgen, maar hier word ik best enthousiast van,” concludeert ze.

Het huidige onderwijssysteem lijkt mij misschien wat te ‘glad’, met weinig ruimte voor onverwachte ervaringen uit het echte leven. Misschien hebben we meer variatie nodig. Eerlijk gezegd, ik denk dat we wel wat minder strakke regulatie kunnen gebruiken. Misschien kunnen we wat meer ‘dosering’ toestaan, en dat mag zowel met een ‘c’ als een ‘s’ worden geschreven. Laat kinderen halen wat hun omgeving hen biedt. Is het te veel gevraagd om een parallel te trekken met de motorische ontwikkeling, die een gevarieerde, stimulerende en soms uitdagende omgeving nodig heeft? Of loop ik nu te hard van stapel met mijn fantasie?

Linda’s voorstel voor een vierdaagse schoolweek met een vijfde dag gewijd aan andere leeractiviteiten is intrigerend. Het biedt een nieuw perspectief op hoe we kunnen omgaan met het huidige lerarentekort, terwijl we toch waardevolle leerervaringen voor onze kinderen garanderen. Het benadrukt ook het belang om flexibel te blijven in onze benadering van onderwijs, open te staan voor nieuwe ideeën en bereid te zijn om ‘moeilijke keuzes’ te maken als de situatie daarom vraagt.

Het is duidelijk dat het huidige systeem worstelt om te voldoen aan de eisen en verwachtingen van onze maatschappij. En hoewel het belangrijk is om te zoeken naar manieren om het systeem te verbeteren, moeten we ook openstaan voor innovatieve oplossingen die misschien buiten onze traditionele opvattingen van onderwijs vallen. Het zou kunnen dat een meer gevarieerde, minder gestructureerde benadering van het onderwijs precies is wat we nodig hebben om de huidige uitdagingen aan te gaan.

En tot slot, mocht het lerarentekort nog verder toenemen, dan heeft deze denkwijze ook al een oplossing hiervoor in zich.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *