Waarom beweegvaardigheden meer zijn dan alleen motoriek

Motorische ontwikkeling beschrijft het proces waarin kinderen, idealiter, een breed scala aan motorische vaardigheden verwerven. Hoewel er diverse omschrijvingen en definities van dit proces bestaan, is de in dit artikel gebruikte omschrijving bijzonder passend. Rijpingsfactoren en omgevingscondities beïnvloeden elkaar wederzijds en spelen beide een cruciale rol in dit ontwikkelingsproces. Dit motorische leerproces, dat zich uitstrekt over vele jaren, is fundamenteel voor de groei en ontwikkeling van kinderen.

In tegenstelling tot lichamelijke ontwikkeling, die zich richt op fysieke kenmerken, focust motorische ontwikkeling zich op de vaardigheden die kinderen ontwikkelen, zoals beschreven door bijvoorbeeld Gallahue & Ozmun (2011). Het zou wellicht duidelijker zijn om te spreken van ‘beweegontwikkeling’, omdat bij het deelnemen aan beweegactiviteiten veel meer aspecten een rol spelen dan alleen het motorische aspect.

Specifiek in de kleuterperiode gaat het om het verwerven van motorische vaardigheden die essentieel zijn voor de verdere ontwikkeling binnen het motorische domein. Jonge kleuters zijn voornamelijk bezig met het aanleren van fundamentele vaardigheden, terwijl je bij oudere kleuters een verschuiving ziet naar contextspecifieke vaardigheden. Deze oudere kleuters zijn meer taakgericht en oefenen binnen bewegingssituaties, in tegenstelling tot jongere kleuters die nog vooral spelenderwijs verkennen en hun eigen speelkriebels volgen.

De grote drie

Wanneer we het hebben over ‘de grote drie’, verwijzen we doorgaans naar ‘(beter) leren bewegen’, ‘(beter) leren regelen’, en ‘(beter) leren beleven’. Specifiek gericht op kleuters, gaat het over wat wij vinden dat jonge kinderen zouden moeten kunnen, kennen, en ervaren hebben voordat ze naar groep 3 gaan.

We richten onze aandacht hier specifiek op het motorische domein.

Motorische ontwikkelingstaken bij kleuters

Binnen het motorische domein worden bij kleuters diverse ontwikkelingstaken gesteld, waaronder:

  • Van ongecontroleerd naar gecoördineerd bewegen: Dit omvat de transitie van grove bewegingen vanuit de romp (schouders en heupen) naar meer verfijnde bewegingen vanuit de ledematen (richting handen en voeten).
  • Van totaal naar lokaal bewegen: Kleuters leren van massaal bewegen, waarbij het hele lichaam actief is, naar effectiever, lokaal bewegen waarbij het bovenlichaam onafhankelijk van het onderlichaam functioneert, met minder bijbewegingen.
  • Van enkelvoudige naar samengestelde bewegingen: De progressie omvat het leren combineren van eenvoudige bewegingen tot complexere acties.
  • Van symmetrische naar alternerende motoriek: Kleuters ontwikkelen van gelijkzijdige naar afwisselende beweegpatronen.
  • Verkennen van de omgeving: Het leerproces verschuift van tactiele verkenning (aftasten en manipuleren) naar meer vertrouwen op het zicht en gehoor.
  • Ontdekken van de voorkeurskant: Dit houdt in dat kleuters leren welke kant, links of rechts, hun voorkeur heeft door beide kanten actief te gebruiken.

 

Hoe kun je als begeleider van beweegactiviteiten de motorische ontwikkelingstaken tijdens de les bewegingsonderwijs zien en ondersteunen?

Voorbeeld van een jongste kleuters: Mohamed en Carolien in de klimtuin

Mohamed is dol op het klimtuintje; hij houdt van de vrijheid zonder te veel regels en geniet ervan om zijn eigen gang te gaan. Zodra ze mogen beginnen, rent hij direct naar het klimrek. Van daaruit kan hij via een bank naar een ander klimrek oversteken. Ondertussen heeft Carolien, die al op de bank zit, opgemerkt dat het tuintje net een speeltuin lijkt met zoveel leuke toestellen. Wauw, wat staat er veel!

Ze begint haar avontuur bij een schuine ladder. Omdat er niemand anders is, neemt ze rustig de tijd om te bepalen hoe ze boven kan komen. Ze klimt omhoog, ze zet eerst de ene en dan de andere voet, terwijl ze haar handen telkens verplaatst. Carolien bereikt de derde sport, aarzelt even, blijft staan en kijkt omhoog en omlaag om te bepalen waar ze haar voeten zal plaatsen. Voorzichtig, voet voor voet en hand voor hand, daalt ze weer af. Zodra ze beide voeten veilig op de grond heeft, laat ze de laatste sport los en loopt naar een andere ladder.

Mohamed, die ook weer op de grond staat, besluit dat hij het nog een keer wil doen omdat het zo leuk was. Hij begint bij de rechte ladder in het wandrek en klimt dicht tegen het rek aan. Bij de vierde sport klimt hij zijwaarts naar een andere ladder en zet een voet op de bank. Met een hand aan het rek draait hij langzaam om en loopt dan rustig over de bank naar het volgende rek. Zowel Carolien als Mohamed vervelen zich geen moment en genieten volop van hun avontuurlijke speeltijd.

Van aansluitend naar alternerend klimmen

Voorbeeld oudste kleuters: Bob met zijn groep

Binnen een minuut heeft het groepje van Bob een spel bedacht in het klimtuintje. Bob neemt de leiding over de route en de anderen volgen hem in een vlot tempo. Het is geen tikspel, want dat mag niet van de juf. Dat weten ze. Maar de snelheid zit er flink in.  Ze bewegen zich als echte Spidermannen van de ene naar de andere kant van het tuintje.

Ze klimmen met gemak omhoog, stappen behendig over het wandrek en dalen dan snel af naar de kast. Daar gaan ze snel zitten, draaien op hun buik, laten zich naar beneden glijden en klauteren vervolgens omhoog via de kippenladder. De snelheid waarmee Bob het wandrek beklimt, stimuleert een alternerende manier van klimmen, net als Spiderman, met een ritmisch links-rechts, links-rechts patroon.

EHBO - Eerste Hulp Bij Ontwikkeling

De begeleider van beweegactiviteiten, of het nu een leerkracht, vakspecialist, of begeleider bij een vereniging betreft, speelt een cruciale rol in het ondersteunen van de motorische ontwikkeling van kleuters.

Hier zijn enkele effectieve strategieën:

  • Variatie, differentiatie en herhaling: Zorg voor een breed scala aan activiteiten, opstellingen en materialen.
    Dit helpt kleuters om vaardigheden te oefenen en te versterken door herhaling (teletubbiegedrag), terwijl differentiatie ervoor zorgt dat alle kinderen op hun eigen niveau uitgedaagd worden.
  • Zelfontdekking: Moedig kleuters aan om (zelf) te ontdekken wat hun voorkeurskant is.
    Dit bevordert niet alleen hun zelfkennis maar ook hun beweegvaardigheden.
  • (Geleidelijke) opbouw en volgorde: Bied activiteiten aan die opeenvolgend zijn en die kleuters in staat stellen verschillende beweegvaardigheden met elkaar te verbinden op het moment dat ze eraan toe zijn.
    Dit vraagt rijke en betekenisvolle arrangementen met een grote diversiteit aan (ontdekkings)mogelijkheden.
 

Deze aanpakken versterken de motorische basis van kleuters en helpen hen om complexere bewegingen en vaardigheden te ontwikkelen in een veilige en ondersteunende omgeving.

Meer info

Wil je meer ontdekken over het spelen en bewegen van kleuters? Bezoek dan onze speciale pagina!
Hier vind je uitgebreide informatie en kun je je direct inschrijven voor updates. Mis het niet!

Dit schooljaar organiseren we vóór de zomervakantie nog eenmaal de cursus ‘Beter Spelen en Bewegen met Kleuters’ met open inschrijving. Voor meer informatie en om je in te schrijven, klik hier

2 Reacties

  1. Theo De Groot 6mnd geleden

    Dag Rolf,

    Inderdaad, bijna vakantie! 🙂

    Fijn te horen dat je het blog interessant vindt.
    Leuk dat je het wilt doorzetten naar de tweedejaars studenten.
    Zeker mag je dit doen; graag zelfs!

    Fijne dag,
    Theo

  2. Rolf Touwen 6mnd geleden

    bijna vakantie, dus tijd om ook een keer een BLOG van jou te lezen. Deze is heel interessant. Mag ik die na de vakantie doorzetten naar mijn 2e jaars studenten?

    Groetjes, Rolf

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *